DanceInterviewMuziekPodcast

Nieuwste Hits Invites PalaisVert

(Nieuwste Hits) – De Franse dj en producer PalaisVert staat bekend om zijn unieke mix van elektronische muziek en wereldgeluiden. Ooit werkte hij in pak en stropdas, maar inmiddels reist hij met zijn camera, laptop en veldmicrofoon de wereld rond. In zijn muziek hoor je stemmen van Masai-krijgers, percussie uit India en samples van onderwater jagende Bajau-duikers.

Zijn missie? De schoonheid van culturele diversiteit delen én zijn publiek raken, niet alleen op de dansvloer, maar ook in het hart. We spraken hem over zijn carrière, inspiratiebronnen, visuele aanpak én de idealen die hem drijven.

Jeroen Seegers sprak met hem in de podcast Nieuwste Hits Invites ParlaisVert.


Je bent nieuw voor ons Nederlandse publiek, dus kun je jezelf voorstellen als artiest?

Zeker! De naam van mijn muziekproject is PalaisVert, wat je in het Engels zou kunnen vertalen als “Green Palace”. Mijn echte naam is Mathieu. Ik heb eerst een ingenieursdiploma gehaald en daarna business gestudeerd. Maar uiteindelijk besloot ik mijn droom te volgen: leven van muziek. Toen ik kind was, volgde ik al klassiek muziekonderwijs. Tijdens mijn studententijd werd ik een beetje de huis-DJ voor mijn vriendengroep, en dat plezier groeide langzaam uit tot een serieus idee. Na vijf jaar werken op een kantoor besloot ik alles los te laten en mijn project te beginnen – twee maanden voor de coronacrisis.

Mijn doel is om mijn twee passies te combineren: reizen en elektronische muziek. Dat zit niet alleen in de klanken die ik kies, maar ook in de beelden en video’s die ik zelf maak over de hele wereld. Zo ontstaat er een synergie tussen geluid en beeld.

Je artiestennaam ‘PalaisVert’ heeft dus een achtergrond?

Ja, zeker! Ik kom van Corsica, een eiland tussen Frankrijk en Italië dat altijd een beetje rebels is geweest. In de 19e eeuw waren er mensen die zich verzetten tegen de Franse overheid. Ze schreven brieven naar politici en ondertekenden die met “de koning van het groene paleis” – een soort grap, want ze leefden gewoon in de bergen en de natuur. Die naam symboliseert vrijheid, natuur en verzet. Omdat ik me verbonden voel met ecologie, vond ik die naam perfect voor mijn project.

Dus het is ook een ode aan Corsica?

Precies. Op Corsica hebben we een heel bijzondere relatie met muziek. We maken muziek voor twee soorten mensen: de levenden en de doden. Ik probeer soms klassieke Corsicaanse zang te combineren met elektronische muziek. Dat contrast is spannend. Niet omdat het nog nooit is gedaan, maar omdat het uitdagend is.

Je zei dat je een muzikale achtergrond hebt. Wat heeft jouw muziek gevormd?

Ik ben begonnen met klassieke muziek. Dat gaf me een goede basis, maar het heeft mijn stijl niet direct beïnvloed. Later raakte ik geïnspireerd door Franse house en etnisch-elektronische muziek. Omdat ik zoveel verschillende genres leuk vond, moest ik kiezen: ga ik richting diepe techno of iets meer eclectisch? Uiteindelijk koos ik voor een stijl waarin ik mijn reiservaringen kon verwerken. Denk aan stemmen van stammen, traditionele instrumenten en sferen die je echt meenemen naar andere werelden.

Je hebt piano gestudeerd, ging naar de business school, werkte in consultancy… hoe heb je de overstap gemaakt naar muziek?

Goeie vraag. Veel vrienden vragen me dat ook. Het begint allemaal met het jezelf toestaan om te proberen. Het klinkt simpel, maar het is doodeng. Mijn trigger was een documentaire over twee Fransen in Cambodja die een school oprichtten en 30.000 kinderen van de straat haalden. Toen dacht ik: als zij zoiets groots kunnen doen, waarom durf ik mijn droom dan niet na te jagen?

De dag na die film besloot ik mijn job op te zeggen en zes maanden te nemen om fulltime muziek te maken. Ik had basiskennis door mijn pianolessen, maar mijn vrienden gaven me voor mijn verjaardag een Ableton-training van een week. Daarna kon ik direct beginnen. Ik raad dat iedereen aan: neem een cursus, stel vragen en ga aan de slag.

Werk je nu nog alleen aan je tracks?

Bijna nooit. Ik werk graag met anderen – vocalisten, engineers, andere muzikanten. Zo leer ik constant bij. Ik probeer mijn muziek altijd te verbeteren met hulp van anderen.

Helpt je klassieke achtergrond je in de studio?

Ja, enorm. Dankzij piano en muziektheorie begrijp ik harmonie en structuur beter. Dat helpt niet alleen bij elektronica, maar ook als ik werk met traditionele instrumenten of complexe arrangementen.

Was je ongelukkig voordat je muzikant werd? Of wilde je gewoon iets anders?

Ik was niet ongelukkig. Mijn werk was interessant, goedbetaald en comfortabel. Maar het gevaar was juist dat ik langzaam in die comfortzone bleef hangen. Ik zei tegen mezelf: “Ik werk nog even, investeer in een paar huizen, en dan ga ik ooit muziek doen.” Die film was mijn wake-up call. Als je passie je roept, is alles ernaast relatief.

Was het niet eng om je vaste baan op te geven voor muziek, zonder zekerheid?

Absoluut. Maar na die film voelde het alsof ik geen excuus meer had. Ik had wat spaargeld en wist: als het niet lukt, kan ik altijd terug. Het echte risico was spijt. Ik wilde niet 55 worden en denken: waarom heb ik het nooit geprobeerd?

Wat was de reis die jou het meest inspireerde?

Moeilijk te zeggen, want elke reis voelt als een puzzelstuk. In Jamaica heb ik een clip gemaakt en mensen ontmoet die ik nooit vergeet. In Mexico zwom ik met walvissen, in Uganda sprak ik met goeroes en in Indonesië was ik bij de Bajau-stam, mensen die onder water kunnen jagen zonder zuurstof. Ik probeer die ervaringen te vertalen naar mijn muziek.

Plan je je reizen rond een track of komt de inspiratie ter plekke?

Beide. Soms hoor ik een stem of sample online en denk: “Ik móét daarheen.” Andere keren ben ik op reis en ontmoet ik iemand waarvan ik weet: dit moet ik opnemen. Als je iets bijzonders hoort, moet je meteen handelen. Niet denken: “morgen misschien”. Gewoon doen.

Het lijkt alsof je leven één grote combinatie is van reizen en muziek maken.

Klopt. Voordat ik begon, had ik al een soort reisblog op Instagram. Daardoor kon ik soms gratis overnachten in ruil voor foto’s en video’s. Dat hielp me om de productiekosten laag te houden. Toen mijn laatste album bijna af was, kwam er een Frans label met interesse. Ik zei: “Jullie mogen het uitbrengen, als jullie mijn wereldtour financieren voor de clips.” Zo ontstond er een mooie samenwerking.

Je zakelijke achtergrond kwam dus alsnog van pas?

Zeker weten. Alles wat ik geleerd heb – van marketing tot onderhandelen – gebruik ik nu in mijn carrière. En grappig genoeg: mijn manager nu is de vrouw van iemand met wie ik vroeger in de bouw werkte.

Je album ‘Totem’ heeft een sterke visuele identiteit. Hoe verbind je de muziek met de beelden?

Niet altijd letterlijk. De clips gaan over het thema totem: in veel culturen is dat niet per se een voorwerp, maar soms een dier of mens. De muziek en visuals zijn dus niet één op één gekoppeld. Mijn doel was om de diversiteit van de stammen die ik ontmoette te laten zien, ook al klopt dat niet altijd met de songtekst.

Heb je beelden in je hoofd bij het maken van muziek?

Altijd. Bijvoorbeeld bij de Masai: ik stelde me voor hoe ik onder hen lag met mijn camera terwijl ze sprongen. Sommige beelden had ik al jaren in mijn hoofd. Andere ontstaan ter plekke. Veel van de mensen in mijn clips zijn geen acteurs, maar echte mensen in hun omgeving.

Zijn je videoclips populairder dan je muziek, of andersom?

Op YouTube krijgen ze soms tienduizenden views, soms meer dan 100.000. Maar de meeste mensen luisteren via Spotify – daar zit ik op zo’n zes à zeven miljoen streams. Ik was eerst teleurgesteld dat de video’s niet viraal gingen, maar nu zie ik het als iets bijzonders. De clips zijn gemaakt vanuit passie, niet voor algoritmes.

Je track Reunion kreeg veel aandacht. Wat is het verhaal daarachter?

Ik wilde een video maken met alleen vrouwelijke actrices, na eerder vooral met mannen te hebben gewerkt. Ik zocht vrouwen met een symbolisch object: een ketting van hun oma, een foto van een vriend, een traditioneel instrument. Zo liet ik zien dat één eiland drie verschillende verhalen kan dragen. De muziek van Réunion is ook een mix van Afrikaanse, Indiase en Europese invloeden.

Je treedt wereldwijd op. Merk je verschillen in het publiek?

Zeker. Soms wordt een remix in het ene land helemaal los ontvangen, terwijl mensen in een ander land nauwelijks reageren. In clubs met een rijk publiek is het publiek vaak wat afwachtender. In India zie je dat mensen eerst geremd zijn door sociale regels, maar later op de avond helemaal losgaan. Uiteindelijk draait het om de sfeer, niet om het land.

Ben je al eens in Nederland geweest voor een show?

Nog niet! Maar ik hoop daar snel verandering in te brengen. Nederland heeft een van de sterkste elektronische scenes ter wereld. Het zou een droom zijn om daar te spelen.

Frankrijk is ook een elektronisch muziekland. Heb je daar voorbeelden aan wie je je optrekt?

Zeker. Worakls, Mehdi Djalali, Kevin van Melokolektiv – stuk voor stuk inspirerend. Ze combineren etnische invloeden met hun eigen stijl en durven origineel te zijn. Met Romain FX, oftewel Poum’Magic, heb ik meerdere tracks gemaakt. En zelfs Joachim Garraud gaf me feedback op mijn eerste EP. Dat soort dingen vergeet je nooit.

Je zei dat je muziek ook een missie heeft. Kun je daar iets over vertellen?

Muziek zonder betekenis voelt leeg. Ik wil mijn podium gebruiken om impact te maken. Ik doneer 10% van mijn inkomsten aan goede doelen: dierenwelzijn en onderwijs. Ik organiseer ook safarimissies en werk samen met scholen in Cambodja en Oeganda. In 2025 plan ik een humanitaire missie in Mozambique waar toeristen ook actief meehelpen.

Ben je niet bang dat het je carrière schaadt als je zo uitgesproken bent?

Als mensen tégen het helpen van kinderen of het beschermen van dieren zijn, dan zijn ze simpelweg niet mijn publiek. Ik wil juist laten zien dat niemand perfect is, maar dat we allemaal iets kunnen doen.

Je nieuwste single Slow It Down is net uit. Wat is het verhaal achter die track?

Ik gebruikte oude samples uit 2006 en combineerde ze met Afrikaanse ritmes. We wilden niet meegaan in de generieke afro house-trend van nu. Het is een mix van Swahili, Engels en Spaans. We gebruikten zelfs AI om koorstemmen te genereren. Ik denk dat het mijn favoriete track ooit is. Hij geeft me energie – of ik nu net wakker ben of wil dansen.

Zie je AI als een kans of een bedreiging?

Beide. Als je AI gebruikt als hulpmiddel, kan het geweldige dingen opleveren. Maar als we het muziek laten overnemen, verliezen we onze creativiteit. Mijn uitdaging is om AI slim in te zetten, zonder mezelf te verliezen.

Wat is je langetermijndoel als artiest?

Ik wil een eigen audiovisuele show creëren. Met visuals, dans, live-instrumenten – een totaalbeleving die je zintuigen prikkelt. Denk: een mix tussen Afterlife en een klassiek orkest. Geef me drie jaar.

Zijn er festivals of plekken waar je dolgraag zou optreden?

Burning Man. Ondanks het commerciële karakter is er nog steeds een vrije, creatieve geest. Dat zou een droom zijn.

Welke artiest moeten wij in de gaten houden?

Romain FX (Poum’Magic). Een genie. Hij verdient een wereldwijd publiek. We hebben al meerdere tracks samen gemaakt. Hij heeft een originele visie, maar zit nog in de schaduw van het mainstreampubliek.

Wat is het beste advies dat je ooit kreeg – en wat wil je anderen meegeven?

Zoek waar je hart sneller van gaat kloppen. Vind je passie, hoe moeilijk dat ook is. En als je die vindt, ga er dan 100% voor. Werk hard, luister naar anderen, ook jongeren. En als je meerdere interesses hebt – muziek, video, ondernemen – probeer ze te combineren. Alles kan samenkomen.

Beluister ParlaisVert op Spotify

Tijmen

Tijmen is de oprichter van de website Nieuwste Hits! Hij is een echte radio- en muziekman en was jaren lang te horen met zijn eigen radioprogramma Tijmen Only op verschillende radiostations. Hij is van alle muzikale markten thuis en deelt zijn smaak en ontdekkingen maar al te graag met jullie!

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.